18 december 2008

Waar leg Poznan eigenlijk?

Honderd jaar Feyenoord en alsof ze het erom doen wordt dit jubileumjaar luister bijgezet door het slechtste voetbal ooit. Je krijgt bij wijze van spreken heimwee naar het team van Piet Keur, Ton Lokhoff en René Brochard. Per dag wordt het pijnlijker te constateren dat het in alle geledingen van de club ernstig mis is.
Overal, om te beginnen in het Maasgebouw waar Peter Bosz, de Bernard Madoff van Zuid die in twee jaar 30 miljoen euro stuksloeg, een contractverlenging kreeg en daar on top of it nog eens 20% van zijn huidige jaarsalaris bovenop eiste.
Naast het veld: Iedereen geeft hoog op over Gertjan Verbeek en gezien zijn voorkomen als sloper en zijn sobere soundbytes is dat terecht. Zijn tactische hand is echter nog onzichtbaar. Ik vraag me al maanden af wat de toegevoegde waarde is van - Léon Vlemmings, wiens oor permanent voorzien is van een apparaatje. Wie souffleert de duurste hulptrainer ooit en wat is de strekking van deze boodschappen? En dan het verval van Wimpie Jansen, ooit een trotse El Salvador, thans de reïncarnatie van Jan Wolkers in zijn nadagen.
Op het veld, waar door blessures van Tomasson, De Guzman, Hofland, Van Bronckhorst, De Cler, Landzaat, Mols, Biseswar en Vlaar al weken derde garnituur rondloopt. Ik zou André Bahia de hond van Kevin Hofland weleens zien uitlaten. Je zult zien dat hij er keurig op twee meter afstand achteraan blijft lopen. Het middenrif, waar Fer zijn naam eer aan doet door continu onbereikbaar te zijn. De lamgeslagen vleugels, waar de zonder zelfvertrouwen spelende Luigi Bruins tevergeefs vertrouwen tracht te tanken aan de zijlijn. Van het enige lichtpuntje Wijnaldum is de benzine overigens al weken op.
En in de piek van de boom, waar de eenzame strijder Makaay na wéér een verloren wedstrijd niets anders meer zeggen dat het weer eens ‘Klote’ was.
Drie thuiswedstrijden geklungel leidde tot een aantal kansen dat letterlijk op anderhalve hand te tellen is. Eén schamel goaltje voor en vijf tegen. Wanneer heeft Feyenoord eigenlijk voor het laatst driemaal op rij verloren in de Kuip? Of was dat ook dit (feest) jaar?
Vroeger, toen niet alles, maar er slechts één team beter was dan Feyenoord, zongen we nog weleens ‘Amsterdam waar leg dat tan?’ Maar waar lech Poznan eigenlijk?

Tot slot: goed nieuws! De volgende pot is namelijk in Eindhoven. En bij Eindhoven denken we niet aan 5-0 (1985), 6-0 (1991), 7-2 (1996) of 4-0 (2007). Nee, dan denken we aan 0-1. Wimpie, bel als de wiedeweerga even naar Den Haag en vraag of ze Henkie Fräser een middagje op de bank kunnen missen!

7 december 2008

Staande Ovatie in De Kuip

Even scheen er de afgelopen maand licht door de spreekwoordelijke tunnel. Er werd fris gevoetbald, er werd door de herboren Feyenoorders lustig op los gescoord en het kampioenschap van het tweede rijtje kwam in het vizier. Maar sinds een dramatische pot in Spanje is Feyenoord voetballend terug bij af. En sinds de thuiswedstrijd tegen De Graafschap dieper weggezakt dan ooit tevoren. Want en team dat thuis met 1-3 klop krijgt van de nummer zeventien van de eredivisie is niet ziek, maar doodziek.
1) Muiterij: Na een opruiend artikel in de Telegraaf, beweerden boze tongen dat de oudere spelers aan het muiten waren. Ze zouden hun buik zo vol hebben van de aanpak van de nieuwe trainer, dat op het veld de kont expres tegen de krib wordt gegooid. Jammer dat dit nooit te bewijzen valt, omdat de oudere spelers al veertien wedstrijden onherkenbaar ondermaats aan het voetballen zijn. Laat zijn doelpunt geen zand in uw ogen strooien, Kevin Hofland speelt hierin de absolute voortrekkersrol. Vorige week al matig tegen Vitesse, dit weekend in eigen theater nog bedroevender van niveau. Dat het nog erger kan, onderstreept de beste man overigens in zijn wekelijks terugkerende mediaperformance van niveau likmijnvestje, waarin hij iets onverstaanbaars mag stamelen. Gio, duw die gast weg en zeg iets (zinnigs)!
2) Wat zwaar?: Als ik in Sportweek lees dat (de nota bene geblesseerde) Landzaat over een zware werkdag rept als hij ’s- ochtends om negen uur naar zijn werk rijdt en om 16:00 ‘s- middags klaar is, dan begin ik me nog meer zorgen te maken dan ik al deed. Laat staan die andere supporter die vanmorgen om 05:30 zijn wekker hoorde gaan, zich letterlijk de touwtyfus werkt in de haven en zich tien uur later met knetterende spierpijn (niet per leaseauto, maar in een stinkende metro) huiswaarts begeeft.
3) Glazen Bol: ik zie een zonnige dag in 2009, een helikoper en een gearriveerde spits. Geert den Ouden is een hele aardige kerel, een geboren Rotterdammer en dus populair in Kuip e/o. Afgelopen zomer hoopte ik dat hij – als pinchhitter- aan de selectie zou worden toegevoegd. OK, hij speelde altijd in de kelder van de Eredivisie, maar hij scoort altijd. Peter Bosz vond hem afgelopen zomer kennelijk nog niet rijp genoeg (want pas 32 jaar), maar moet nu toch ook overtuigd zijn. Door de technisch knappe wijze waarop de spits zondagmiddag tweemaal scoorde promoveerde hij zichzelf als waardig opvolger van Michael Mols.
4) Symptomatisch: Het was zo slecht in de Kuip, zelfs de ballenjongens waren uit vorm. Liefst vijfmaal lagen er twee ballen tegelijk op het veld.
5) Belichaming: Luigi Bruins was vorig jaar rond deze tijd Feyenoords beste speler en is inmiddels verworden tot een hoopje onzekere ellende. Zijn wissel werd met gejuich begroet, de aftocht van de gememoreerde Den Ouden door een staande ovatie wordt ondersteund. Geen enkel flauwe sms’je meer gekregen van ‘vrienden’, de grappen zullen wel op zijn…Bij het doelpunt van Hofland klaterden de krakers ‘Tien, Tien, Tien’, ‘Peter Bedankt’ en ‘We worden Kampioen!’ van de tribunes. Zes keer verloren, je lijkt er gvd aan gewend te raken. Neerslachtigheid is verworden tot cynisme. Het moment waarop de zieke patiënt is veranderd in een doodzieke patiënt.

24 november 2008

Wie heeft er in de Kuip gescoord?

Bij het vallen van de bladeren en het donkerder worden der dagen bestaat er een levensgrote kans om opeens in een sentimentele mood te belanden. Bij iedereen. Muzikanten graven naar hun roots en leggen de blues vast, bejaarden mijmeren zich te midden van hun begonia’s bijkans suf en televisiemakers monteren in allerijl het televisiejaar aan elkaar. Een voetballiefhebber gaat zich zowaar diepzinnige levensvragen stellen. Op zoek naar de oorsprong van zijn onvoorwaardelijke liefde voor zijn club. En dat leidt dan weer tot zeer existentiële vragen van het kaliber ‘wanneer zag ik eigenlijk voor een eerst een wedstrijd van mijn cluppie op televisie?’
Toen ik zondagochtend naar het stadion wandelde en mij deze vraag te binnen schoot, realiseerde ik me dat die wedstrijd er toevallig ook een tegen Den Haag was. Nu is er vrij weinig mis met mijn geheugen dus ik kon al vrij snel optekenen ‘We schrijven één november 1980…’.

Het was op de verjaardag van mijn oom in Maarssenbroek. De zaterdagavond kabbelde voort en om een uurtje of tien sneakte ik naar boven om vanaf het tweepersoonsbed Studio Sport te kijken. Feyenoord speelde een avondwedstrijd tegen FC Den Haag. Dione de Graaf heette toen nog Marga van Arnhem en Mart Smeets had in die dagen alleen letterlijk een baard. Feyenoord won overtuigend met 4-1. Het waren niet de goals van Ivan Nielsen, Jan Peters en Karel Bouwens die zijn blijven hangen. Nee, het was die ene actie van de speler van FC Den Haag. Hij deed iets dat ik nog nooit had gezien.
Mijn visuele kennismaking met het fenomeen ‘eigen doelpunt’. In een mix van euforie, bewondering, medelijden en de slappe lach zag ik hoe hij een fantastische duik maakte – zoals slechts Bep Bakhuijs en Ruud Geels dat leken te kunnen- en de bal onhoudbaar hard achter zijn eigen keeper kopte.

Zittend in een ijskoude Kuip vroeg ik me zondagmiddag af of de speler in kwestie nog weleens terug zou denken aan zijn weergaloze goal. Zeker omdat nu hij zich (ook) bevond op de plaats waar het allemaal geschiedde, in het stadion waarin hij achtentwintig jaar geleden voor het laatst in zijn profloopbaan tegen Feyenoord speelde.
Zou hij, toen de eerste sneeuwvlokken op zijn bril waaiden, terugdenken aan de kolderieke scene waarin hij zijn keeper Dido Havenaar volledig kansloos liet? En kort daarop werd uitgelachen door, of all people, Richard Budding? En alsof dat nog niet erg genoeg was, liep René Notten langs zijn rechteroor om daar heel hard ‘Soo, fijne goal man!’ in te schreeuwen, terwijl op de achtergrond de tienduizenden toeschouwers joelden. En dat op weg naar de kleedkamers zijn aanvoerder Aadsje Mansveld nog een arm om zijn schouders sloeg en relativerende woorden tegen hem sprak?

Ik ben benieuwd of het zo gegaan is en hoor graag nog een keer de versie van de hoofdpersoon zelf, ofwel de maker van één van de mooiste eigen goals ooit, André Wetzel.

14 november 2008

HoutHakkersClub - Oranje shirtjes uit - altijd lastig?

Het had er alle schijn van dat de amateurvoetbalclub uit Hardenberg de naam van een chique hockeyvereniging had, maar uiteindelijk bleek het te gaan om een hele gewone HoutHakkersClub. Een avondje voor de televisie en het volgende valt op:

1) Waar zijn bijnaamnaamgenoot zijn seizoenskaart doormidden zaagt, doet de aanvoerder van HCC Hardenberg na twintig seconden hetzelfde met onze Luigi Bruins. Bij het eerste balcontact van de middenvelder zet Gerard Kocks de noppen van zijn gestrekte been vol op zijn linkerknie. Gevolg: een waarschijnlijk nog vollere ziekenboeg in Rotterdam-Zuid, een debuterende invaller en een televisiecommentator die de aanvoerder van de thuisploeg tot na de wedstrijd verbaal blijft achtervolgen. Kort gezegd is Leo Driessen het niet eens met de beslissing van de scheidsrechter om de dader te laten staan in plaats van hem met een rode kaart te bestraffen voor deze smerige overtreding (én de twee die volgen). Dat Leo hierin gelijk heeft doet nu even niet ter zake, maar dat hij 100 minuten vanuit zijn onderbuik praat doet wel degelijk afbreuk aan zijn integriteit als commentator. Het maakt het bilateraaltje tussen beide heren na afloop van het duel overigens tot zeer vermakelijke, want spannende televisie: Driessen eist excuses van de slager Kocks, die oogt als een gewetenloze TBS’er die volhardt in zijn onschuld.
2) De voor-, tussen- en nabeschouwing van Humberto Tan en John de Wolf. Amsterdamse arrogantie versus Schiedamse nuchterheid. Je kan ook zeggen: de plaats waar verbale onkunde elkaar tegenkomt. Waar Tan denkt het zonder autocue af te kunnen en het vooraf heeft over de duel, stapelt John het ene voetbaltrainerwoord op het andere, schuwt hij de clichés niet en blijkt hij moeite te hebben met tellen. Een x-aantal verdedigers, een x-aantal kansen en een x-aantal bussen: als televisiekijker was het maar moeilijk bij te houden.
3) Gertjan Verbeek is een mooie gek. Zijn hoogtepunt zat in zijn terugblik waarin hij de blessure van Bruins op onnavolgbare wijze beschreef. Trouwens trainer, als u dit leest, bent u voortaan wat voorzichtiger met een nieuw scheermesje!
4) Van de nood een deugd, van de jeugd hebben en dus ook de toekomst. Inderdaad, we hebben goud in handen! De ouderwetse kweekvijver waar ze bij Sparta en ajax altijd de mond van vol hebben gehad, staat nu bij Feyenoord op het veld. Vier A-junioren van achttien jaren jong denderden in de tweede helft door om de stand op het Emmense scorebord een dragelijk aanzien te geven. Dit overigens na de prachtige dertig-plus combinatie De Cler-Makaay die de 1-2 betekende.
5) De persoonlijke noot: Beste Louis Pedro, wat heb je een mooie naam en wat waren je twee doelpunten mooi! Toch raar te bedenken dat je die helemaal niet gemaakt had als die rare man van de tegenpartij er niet was geweest. Want dan had je die invalbeurt pas na zeventig minuten gemaakt als de wedstrijd allang gespeeld was. Het kan verkeren. Yo Luigi, word maar snel weer beter, ik vond je loting geweldig! Heerenveen thuis, ik zeg 3-1. Na verlenging, ook goed!

10 november 2008

Slechte Handelswaar


Kijk naar NAC Breda en je ziet een team dat voor een ruim een derde deel bestaat uit spelers die een paar jaar geleden – gehuld in een Feyenoordshirt – stuk voor stuk terecht door de meeste fans verfoeid werden omdat ze geen pepernoot raakten. Edwin de Graaf, Anthony Lurling, Ellery Cairo, Joonas Kolkka overtuigden ook de technische leiding niet en kwamen – al dan niet via een omweg – terecht bij een provincieclub die momenteel bovenaan staat.

Het waren de jaren dat je als Feyenoordsupporter meer dan eens uit zat te kijken naar een kwalitatieve aankoop. Anders gezegd: (Nederlandse) internationals in plaats van een kwartetje nono’s die uiteindelijk zonder winst of met verlies de Kuip uitwandelden. Je hoopte op wereldspits Makaay, maar je kreeg de reeds gestopte Bombarda. We smachtten naar de bij AZ excellerende spelers Landzaat en De Cler, maar werden opgescheept met Magrão van Cruzeiro of Östlund van Hammarby IF. In de zomer dat PSV Hofland afdankte, werd er gekozen voor ene Saïdi uit voetbalgrootmacht Tunesië. Of Van Bronckhorst terug in het mooie rood-witte shirt? Zou mooi zijn in plaats van de grillige Hossam Ghaly.
Bovenstaande wensen werden vorige jaar binnen uitzonderlijk korte tijd op surrealistische wijze ingewilligd. Na (weer) een verloren jaar konden we niet alleen onze ogen niet geloven vanwege al dat moois, ook waren we lichtelijk verbaasd over het vernuft dat achter de transfers schuilging. Na de periode Gullit waren we namelijk meer gewend geraakt aan kwantiteit in plaats van kwaliteit.
De kampioensaspiraties waren met dit spelersmateriaal dan ook op zijn plaats en de resultaten navenant tot aan de laatste nieuwjaarsreceptie. Wat er in die tien maanden erna gebeurd is, is mij nog steeds een raadsel, maar ik vermoed dat Van Marwijk meteen na de winterstop gestopt is met trainen. Overigens niet geheel ontoevallig tegelijk met het moment dat zijn volgende werkgever bekend werd.

Inmiddels zijn we bij anderhalf jaar na aankoopdatum van het eerdergenoemde moois en stellen we wekelijks vast dat de vis duur betaald is. In de spaarzame succesvolle wedstrijden die Feyenoord dit kalenderjaar speelde waren het de jeugdspelers Biseswar, Fer en Wijnaldum die hoofdrollen voor zichzelf opeisten. Makaay is na een langdurige blessure nooit meer de oude geworden en scoort te weinig, Van Bronckhorst speelt goed maar ontbeert leiderschap, terwijl Hofland een toontje lager zou mogen zingen, De Cler maakt fouten die hij vroeger nooit maakte en de toegevoegde waarde van Landzaat is vooralsnog zo goed als nihil. Een pijnlijke constatering: na de nono’s lopen straks ook de ex-internationals zonder enige restwaarde De Kuip uit en mag (nog pijnlijker) de Boszkabouter opnieuw gaan bouwen.

30 oktober 2008

Op Herhaling in Het Kasteel

De gifbeker met de gouden F is dit jaar groter gemaakt dan ooit nu ook nog de derby uiterst pijnlijk (want onterecht) werd verloren.
Niet vanuit het stadion, maar vanaf mijn keukentafel ging ik de wedstrijd tot mijn netvliezen laten komen. Drie sms’jes later wreef ik in mijn handen, want ik was verzekerd van digitaal live voetbal uit mijn laptop. Hoe een avond aardig begon en in mineur eindigde in vijf delen. Waarbij het niet in herhalingen vallen inmiddels een onmogelijkheid geworden, daarom twee opvallende zaken en drie oefeningen.
1) De prelude: het moeilijk voor te stellen dat Humberto Tan nog geen tien jaar geleden met droge ogen het NOS-journaal voorlas. Als je erop gaat letten merk je de presentator van de betaalzender Eredivisie Live tegenwoordig niet één zin grammaticaal juist over zijn lippen krijgt. Van zijn komische dwaasheden wordt aan het eind van het seizoen nog een commercieel pareltje in de vorm van een dubbeldvd uitgebracht. Met daarop als hoogtepunt de verspreking die hij kort voor aanvang van de wedstrijd maakte, toen hij de commentator van de wedstrijd aankondigde als Theo Jansma.
2) Jansma, die eigenlijk Reitsma heet, ging op zijn beurt in de fout door de voorbereider van de 0-1 van Feyenoord te duiden als Wijnaldum. Alsof de commentator het voetbalintellect dat achter de knappe loopactie schuil ging onmogelijk met Serginho Greene in verband kon brengen. Greene (die wij een paar geleden nog De Krijger noemden) speelde offensief een aardige wedstrijd en had in de tweede helft nog twee keurige voorzetjes die hadden kunnen leiden tot een zekere winst. De afmakers faalden echter.
3) Herhalingsoefening deel 1: De ervaren leiders zakken door het ijs. Als een spits van Feyenoord drie kansen krijgt moet er toch minimaal eentje in: Makaay, geen voldoende. Als je recordinternational bent en na een prima EK weer terug komt bij je grote liefde laat je jezelf als aanvoerder toch minimaal met borst vooruit zien: Van Bronckhorst, waar was je in de tweede helft? Als je in de pers je grote muil opentrekt over de beleving in een stroef draaiend team zorg je er toch minimaal voor dat je zélf niet als een pupil staat te verdedigen: Hofland en De Cler, jullie zijn wéér de zwakste schakels!
4) Herhalingsoefening deel 2: Koppel de naam Verbeek en Feyenoord en weet het zeker: geen succesformule. Onder Pimmetje ging het in 1989 hopeloos mis en onder Gertjan staan we momenteel op een plaats die recht geeft op nacompetitievoetbal. Waarom heb ik dan toch zo’n grenzeloos vertrouwen in de tweede Verbeek?
5) Herhalingsoefening deel 3: Als Feyenoord uitspeelt, wordt er verloren, dat weten we nu tenminste zeker. Dat was net dat zekerheidje waar we als Feyenoordsupporter zo naar hebben gesmacht. Maargoed, er is hoop. Hoe ging dat bekende Nederlandse spreekwoord ook alweer? O ja: Hoop is uitgestelde teleurstelling!

21 oktober 2008

De Schaamte (voorbij)

In het leven van een Feyenoordsupporter zijn er van die periodes, dat je het liever even niet met anderen (lees: de matig geïnteresseerde liefhebber die altijd de mond vol heeft van die club met dat schuifdak op die frituurpan) over het spelletje praat. Deze periodes zijn qua duur meestal langer dan korter van aard en daarom is de uitspraak ‘Feyenoordsupporter ben je niet voor je lol’ niet alleen waar, maar (helaas) ook weer eens actueler dan ooit.

Je ziet de backs die al het hele seizoen allerbelabberdst spelen afgelopen zondag tot een volgend dieptepunt komen, een middelmatige spits zo vrij als een vogel de beslissende bal er intikken en degene die dat had kunnen voorkomen zijn scheur weer eens iets te hard opentrekken en je schaamt je weer diep. Of misschien is het wel de schaamte voorbij, want het kan nog erger.

Afgelopen donderdag werd Ahmed Aboutaleb door de Rotterdamse gemeenteraad gekozen als de nieuwe burgemeester. Als er één persoon in Nederland in staat is om het meest acute probleem (nee, in dit geval even niet Feyenoord) in Rotterdam e/o kan aanpakken, dan is het deze meneer. Een voorbeeldige leider en over een paar jaar een ongekend populaire burgervader. Maar dat ziet niet iedereen zo.
Er zijn bewoners van de stad die het een doorn in het oog vinden dat een bestuurder twee paspoorten heeft. Of dat hij lid is van een partij die de laatste jaren meer uitblonk in woorden dan in daden. Prima. En zijn er ook die het een schande vinden en daarvoor uiterst valide argumenten voor aandragen: hij is een übertroetelallochtoon, 020-supporter en ja waarom ook niet, een Moslimjood. Dit zijn de mensen die straks juichen als Moslimtukker El Ahmadi zijn enige seizoensgoal scoort. Om je kapot voor te schamen.

Maar het kan nog erger: de ambassadeur zelf knipt zijn seizoenskaart door omdat het betaald voetbal verder aan het commercialiseren is. Hij geeft daarvan ondermeer de Rotterdamse clubleiding de schuld. Meneer Cox, mag ik u erop wijzen dat de verzakelijking al een jaar of twintig geleden is ingezet en deze gasten er vorig jaar rond deze tijd ook zaten? Want op 22 oktober 2007 had Feyenoord acht wedstrijden gespeeld, 21 punten en stond het alleen aan kop. Als u op dat moment had gegild wat er allemaal niet deugt, had u pas écht een statement gemaakt!

En of Aboutaleb straks voor Feyenoord is? Is het een geruststellende gedachte als de burgemeester met een Feyenoordsjaal in De Kuip rondloopt? Het interesseert me werkelijk geen zier. De beste man weet waarschijnlijk niet eens wat buitenspel is.

6 oktober 2008

Feyenoord - N.E.C. in Vijf Akten

Na een uur spelen hoorde ik achter mij een zeurderige vrouwenstem de koning aller voetbalclichés eruit gooien. De linkerspits van N.E.C. met een onuitspreekbare naam had zojuist de tweede er hard ingeschoten en ik hoorde het goed: ‘Ik had het nog weleens willen zien, als de scheids ons die pingel wél had gegeven.’ Natuurlijk had ze gelijk, want dat heeft iedereen die zich bedient van (te) veel uitgesproken waarheden. Alhoewel: gisteren kwam er in de Kuip na regen geen zonneschijn, trok de jonge garde ditmaal niet de kar en maakte één zwaluw nog geen zomer.
Even met de Markeerstift langs vijf akten. Ik ben zo onbescheiden het woord persoonlijk tot de hoofdrolspelers te richten :
De Waardeloze Backs. Het al weken zeer matig acterende duo bereikte het ongekende absolute artistieke dieptepunt gisteren op het hoofdpodium: Serginho Greene en Tim de Cler. Ik bedien me maar even van een volgend cliché (de flauwe metafoor) omdat ik hoop dat dit duo (ooit begenadigde achterlijnhalers bij AZ en RKC) een verwarde voetballer acteren. Tim, je glijdpartij was a good piece of method acting (je deed het Leids Ontzet na toch?). En Serginho, hoe je je vergreep aan het shirt van je tegenstander was Oscarwaardig! (of haal je daar ook al je neus voor op?)
Nummer Zes. Een speler die in de kuiten van de tegenstanders bijt en ballen afpakt, maar ook met een elegante pass het spel tempo meegeeft, durft te passeren, inleidingen geeft voor een fantastische aanval en andere spelers beter maakt. Karim El Ahmadi, mooi dat je er bent en welkom in Rotterdam! Sinds het vertrek van Paul Bosvelt heeft de vacature ‘rugnummer zes’ namelijk iets te lang opengestaan. Het eerste half uur wekte je de indruk hier op bovenstaande wijze invulling aan te willen geven.
De Grote Jongens. Makaay, van Bronckhorst, Hofland, Timmer. Donderdag hebben die gasjes van nog geen twintig (weer) het goede voorbeeld gegeven, maar dat kunnen ze niet tweemaal in de week! Geniet van een eredivisieloos weekendje, rust lekker uit en laat je senioriteit daarna gelden, te beginnen in Tilburg.
De Kroonprins. En nog een paar grapjes toe, tijdens de persconferentie. Mario, jij bent onze volgende trainer!
Leedverzachtend. Beste Feyenoordfan, dit zijn van die dagen dat in de tijd van de baas alle salonsupporters van de toneelvereniging uit 020 weer eens uit alle hoeken en gaten tevoorschijn komen om je iets toe te gniffelen. Gaat niet gebeuren vandaag; er is altijd nog zoiets als het cliché: baas boven baas!

29 september 2008

Die Andere Bril

Zondagmiddag om een uur of vier. De sedan giert stevig maar keurig over de provinciale weg. Het riet wuift, de zon schijnt en Langs De Lijn wordt gedoogd door mijn weinig voetbalminnende vrouw die aan mijn rechterzijde zit.
Niet lang nadat de meest irritante radioreporter van Nederland, vocaal ondersteund door minstens twintigduizend uitzinnige Groningse boeren, aankondigt dat de thuisploeg zojuist op 2-0 is gekomen, krijgt de knop van de autoradio een ferme klap.

Zo, dat is rustig. Tijd voor reflectie. Een nieuwe bril wil daar weleens bij helpen. Voor de goede orde ben ik niet brildragend, maar de bril is in motivatieland de metafoor hoe je (anders) tegen zaken aan kunt kijken. Vijftien jaar geleden heette dat nog Tsjakkaa!, tegenwoordig heet het in positivotaal dat het glas half vol is, in plaats van half leeg. Iedereen roept het en voetbalvrind Genee dus ook, gisterenavond nog, aan tafel bij Matthijs.
De nieuwe bril dus, roze zou ik hem niet willen noemen. Feyenoord en roze gaan nu eenmaal niet zo lekker samen. Een door Feyenoords kledingsponsor ontworpen keeperstrui hield het in zes jaar geleden maar een paar weken vol voordat deze werd weggehoond door Jan met de Sjaal.
Roze, dat werkt niet. Joop’s brilletje dan maar, dat spreekt ons wat meer aan. (Voor de jonge lezer: leg de woordcombinatie Joop en Bril aan je vader voor en hij verhaalt je glimlachend over een smerige Argentijn)
Zonder bril op bedenk ik dat het scoutingapparaat bij Feyenoord niet deugt omdat al decennialang legers van de slechte spelers door de poorten van de Kuip binnenkwamen. Ik zet ‘m op mijn neus en bedenk dat er ook geen snars van deugt dat een spelers die deze zomer weg mocht week in week uit de beste speler is.

‘Hmm, die bril helpt ook geen ene t*&%#’ en ik zet de fles azijn aan mijn lippen. Feyenoord liep weer eens achter de feiten aan in Groningen. Feyenoord won de laatste uitwedstrijd voor de competitie in maart van dit jaar. Feyenoord speelde in de maanden augustus en september dertien wedstrijden waarvan het er drie won (Excelsior Maassluis, Volendam en TOP). Die ziekenboeg, wanneer loopt die eens leeg? En waarop lopen uitgerekend wij met de naam van een bankroete Belg op de buik?

Ik geef de bril nog één kans en verdomd, het schiet me te binnen dat het na vandaag alleen maar beter kan:
Na een verbouwing is het altijd mooier, dus waarom niet nadat Gertjan de sloophamer vakkundig ter hand heeft genomen? En, de klassieke novemberdip hebben we dit jaar niet, want die is al geweest. Bovendien, we hebben toekomst, want jeugd: Viva Bruins, Biseswar, Fer en Wijnaldum! En laten we vooral de boost aan merchandising niet vergeten! Wat zal de kassa van de Feyenoordshop straks weer rinkelen na de verkoop van een wéér een shirt met nieuwe sponsor.

22 september 2008

De Neuzen winnen weer niet in de Kuip


Feyenoord- ajax is de wedstrijd van het jaar. Maar tegelijkertijd een wedstrijd die de liefhebbers uit Rotterdam met een zekere angst tegemoet gaan. Niet alleen omdat de statistieken inmiddels in ons nadeel spreken (de tegenstander won de onderlinge ontmoeting vaker in de Kuip), de laatste zouteloze pot van donderdag jl. gaf voldoende aanleiding voor een nieuw debacle. Bovendien heeft de tegenstander uit het dorp op palen er een gewoonte van gemaakt om tijdens een matige periode het licht te zien in De Kuip. Alsof ze geïnspireerd raken door al het moois in dé voetbaltempel van Nederland, met een grasmat die wél bespeelbaar is.
Het angsten en beven was een beetje voelbaar op het zonovergoten plein waar de toegestroomde massa rond het middaguur stond te wachten om een plekkie in de zon te zoeken. Een groot gedeelte ervan keek alsof ze de drie gifbekers ter grootte van een liter MacDonalds-milkshake persoonlijk op het gevonden plekkie moest ledigen. Zover kwam het gelukkig niet, wél tot vijf opvallende gebeurtenissen:
1) Het wegvallen van een kopman in een team hoeft geen desastreuze gevolgen te hebben, dat heeft de sportgeschiedenis althans meerdere malen aangetoond. Bij afwezigheid van de leider kan er immers makkelijk een nieuwe opstaan die zijn team aan de hand neemt. Dat diegene pas zeventien jaar is, is even verbazingwekkend als opvallend. Terwijl Gio versuft thuis op bank zat en Danny op de tribune, zette Georginio Wijnaldum als jongste speler op het veld op volwassen wijze de lijnen uit en in zijn kielzog speelde Diego Biseswar wederom een berenpartij.
2) De praatjesmakers van de tegenpartij: (niet geheel ontoevallig beiden door Feyenoord van de hand gedaan omdat ze niet voldeden aan het ‘geen woorden maar daden’-profiel). In de Sportweek van afgelopen week laat Evander Sno een verbale diarree optekenen die in geen enkele verhouding staat tot zijn vertoonde spel. En dan was daar de rentree van de voormalige troetelbeer Leonardo, door het thuispubliek terecht uitgefloten wegens hoogverraad. Maar wat nog erger was: diep in de tweede helft demonstreerde hij een noviteit: hij verdedigde mee!
3) Boos! Bij de 0-1 werd er gejuicht op Vak C. Dat dit niet handig is, hoeft niemand mij te vertellen, maar daar gaat het nu niet om. Een paar Feyenoord-aanhangers zagen aanleiding om het vak te bestormen om de ‘juichers’ te lijf te gaan. Dat dit niet is gebeurd, is te danken aan een hele flinke steward, die de imbecielen hiervan op moedige wijze weerhield. Geacht Feyenoordbestuur, ik hoor al jaren dat de raddraaiers ‘een moeilijk te traceren klein groepje is, dat het voor de rest verziekt’. Welnu, ze boden zichzelf op een presenteerblaadje aan voor een levenslang stadionverbod.
4) Jon Dahl Tomasson: twee competitiewedstrijden onopvallend spelen en er vier inleggen, dan begin je lekker. Voor het gemak laat ik de (alle drie gemakkelijk gegeven) pingels achterwege. Anderzijds: je moet de bal er ook maar inprikken met nog een paar minuten op de klok.
5) Gertjan Verbeek. Mocht u zichzelf hebben afgevraagd waarom de toeschouwers na afloop minutenlang bleven applaudisseren. Dat was omdat ze trots waren. Niet om het resultaat – want met een schamel puntje staan we nog steeds pas tiende – maar omdat u ze zover heeft gekregen dat er weer geestdriftig gevoetbald is. En dan is er weer hoop. Ook tegen TOP uit Oss.

18 september 2008

’Kalm Maar! we hebben niets te verliezen?’

Heeft een trainer die in een voorbeschouwing roept dat Kalmar FF ‘een sterke ploeg is die we niet moeten onderschatten’ achteraf gelijk als je er met 1-0 thuis van verliest? Ja, want hij was de enige die waarschuwde. Jan met de Sjaal hoopte woensdagavond tijdens het kijken naar het sportjournaal dat zijn opmerking geladen was met ironie. Of om - pedagogisch uiterst verantwoord- zijn spelers op scherp te zetten.
En ja, net als iedereen die begaan is met de club op Zuid, weet Jan met de Sjaal ook dat Zweedse voetbalteams fysiek sterk zijn. En dat Verbeek niet zo handig is in het bestrijden ervan, dat heeft ie vorig seizoen ook kunnen zien. En ja, Kalmar staat bovenaan in een competitie die zijn einde nadert.
Dat hoorden we allemaal en terwijl die woorden op ons neerdaalden dachten we allemaal hetzelfde: Verbeek houdt ons in het ootje. Hij heeft geleerd van de miskleun tegen de houthakkers uit Helsingborg. Verbeek heeft een verrassend plan klaarliggen waar dit pr-verhaal waarin de thuisploeg als underdog wordt uitgebeeld slechts een mooie inleiding op is. Feyenoord pakt de middenmoters natuurlijk aan en wint met 2-0. Met strijd, passie, mouwen opstropen….
Zoiets dachten Jan met de Sjaal, de slager van de Beijerlandselaan, de caféhouder op de Binnenweg, de advocaat in de Weenatoren (en ik trouwens ook) in min of meer dezelfde bewoordingen.
Al deze mensen keken gisterenavond, in De Kuip of op televisie, naar een armetierig spelend Feyenoord. Niet om over naar huis te schrijven. Dat ik momenteel toch aan het doen ben komt slechts voort uit nieuwsgierigheid. Nieuwsgierig naar wat er omgaat in het hoofd van trainer van Feyenoord.
Meneer Verbeek, mag ik u mede namens deze mensen een paar simpele vragen stellen? Kunt u me zeggen waarom de heren voor rust niet vooruit te branden waren? Waarom u de enige speler van wie dreiging uitging, De Guzman, wisselde? En waarom er op zijn plek een rechtsbuiten kwam te spelen? Wat die twee meneren die naast u zitten tijdens de wedstrijd tegen u zeggen? Waarom er gemaakte afspraken niet werden nagekomen? Of moet ik die laatste vraag aan Greene zelf stellen?
Jan, de slager, de biertapper van Melief en al die andere gasten zijn ervan op de hoogte dat het even behelpen is met die volle ziekenboeg en als gevolg daarvan een niet ingespeeld team. Maar ze snappen er helemaal niets van dat de jongens die wél spelen team Knäckebröd (begroting 5 miljoen, da’s minder dan Volendam!) niet van het veld blazen. Goed voetbal hoeft niet, winnen wel!
Meneer Verbeek, nog één vraagje: U weet dat er zondag aanstaande in Rotterdam veel te verliezen, maar nog meer te winnen is?
Zet ‘m op!

14 september 2008

De zoete wraak van Diego

Eerlijk is eerlijk. De uitslag doet vermoeden dat het swingt bij Feyenoord, maar dat was zaterdag nog allerminst het geval. Daarvoor ontbreekt er simpelweg kwaliteit, dat in nog in een ziekenboeg bivakkeert en speelde Volendam als een Jupilerploeg. De vijf uitblinkers aan Feyenoordzijde:

1. Diego Biseswar kreeg al meerdere malen te horen dat er bij Feyenoord geen plek meer voor hem was. Na matige optredens in de voorbereiding en de zaterdag weer fitte Slory in de basis moest hij daarom op de bank plaatsnemen. Een kleine tien minuten later kreeg hij echter alsnog de kans om te laten zien wat hij waard is. Een paar acties buitenom, wat versnellingen en een paar puike voorzetjes later was het zelfvertrouwen weer terug bij de rechtsbuiten. In de tweede helft resulteerde dat in een glansrol voor de twintigjarige, die na een fraaie kapbeweging met links de bal geplaatst inknalde. Achteraf bleek het slechts de amuse voor het hoogtepunt van een verder saaie wedstrijd. De 4-0 – een krul die in het kruis van het doel belandde - was een ode aan zijn Argentijnse naamgenoot en het voorlopige Magnum Opus van de geboren Amsterdammer.
2 - De komst van Kevin Hofland werd bij de aanvang van het vorig seizoen met gejuich begroet. Op basis van zijn talent en ervaring in de Bundesliga moest hij rust in de defensie brengen, maar door privéproblemen en blessures kon hij de hoge verwachtingen nimmer waarmaken. Gisteren speelde hij rustig en lijkt hij op weg de status van solide en geroutineerde voorstopper dit seizoen waar te gaan maken. Waarvan acte volgende week, als hij de miljoenenvoorwaartsen van ajax met succes van scoren weet af te houden.
3 - Ik heb de persconferentie niet gehoord, maar Volendam-trainer Adelaar zou na afloop best wel eens ‘…Want als de aansluitingstreffer valt, dan wil ik het allemaal nog wel eens zien’ gezegd kunnen hebben. Daarvan was Henk Timmer de oorzaak. Bij een 2-0 stand hield hij Feyenoord in een één tegen één situatie met spits Hofstede op de been. Timmer kreeg veel kritiek na de eerste competitiewedstrijd tegen Heracles, maar zaterdag toonde hij dat de BisonKit niet meer aan zijn voetzolen maar aan zijn handschoenen zat.
4 - Tijdens zijn laatste wedstrijd in de Kuip scoorde hij en bij terugkomst zes jaar later doet hij dit andermaal, want John Dahl Tomasson scoort altijd en overal. Zeker nu blijkt dat de Deen Theo Lucius als vaste penaltynemer heeft gepasseerd. Onze dank gaat uit naar scheids Bossen, die binnen een half uur spelen tweemaal naar de stip wees. Een buiging is voor de verloren zoon, die ze alle twee neemt en onberispelijk binnenschiet. Niet iedereen kan dat hem namelijk nazeggen: Ronald Koeman miste dertien jaar geleden bij zijn debuut in de Kuip tegen Vitesse twee penalty’s.
5 - De toekomst van Georginio Wijnaldum ziet er rooskleurig uit. Na een goede wedstrijd met Oranje – 19 midweeks tegen Engeland (bekroond met een wereldgoal) speelde de zeventienjarige zaterdagavond als een meneer op het middenveld. Nu nog een goal in de Kuip maken graag, schikt aanstaande zondag om een uur of twee?!

11 september 2008

Lars Elstrup, de twintigste na Ove

Toen ik opgroeide in de jaren tachtig en net als vier miljoen anderen naar Wedden Dat…? keek, zag ik een man die aan het horen dichtslaan van een autodeur het merk kon herkennen.
Wat een non-kennis zit er in zijn hoofd! Inmiddels ben ik erachter gekomen dat ik mezelf op dit vlak ook niet onbetuigd laat. Zo merk ik mijn schrik dat ik dat uitslagen en doelpuntenmakers en andere curiosa van Feyenoord uit de periode 1985-1993 nog steeds uit mijn hoofd ken. Ik lepel moeiteloos op dat de eerste club van Lars Elstrup Randers Freja heette en dat hij zijn eerste competitiedoelpunt scoorde tegen PEC Zwolle. (En Blinker debuteerde die wedstrijd en Foeke Booy en Aziz Doufikar scoorden voor de uitploeg en op de tweede ring zaten geen mensen en…nou ja, daar gaat het nu even niet om).
Hoe ik dat weet? Ik zat als mannetje van dertien in het stadion en Lars heeft het me zelf verteld, op een regenachtige novemberochtend in 1987. Ik mocht hem interviewen voor de schoolkrant. Nou ja, interview, het was meer een ‘profiel’, zoals je ze nog steeds in de VI kunt lezen: Huisdieren, Mooiste club, Favoriete muziek, dat soort ongein. Van Heineken had hij trouwens nog nooit gehoord, laat staan dat hij wist dat de bierbrouwer kort daarvoor ontvoerd was geweest.
Ik weet niet waarom, maar ik had een zwak voor Elstrup, dat was waarschijnlijk de reden waarom ik hem had uitgekozen als lijdend voorwerp van mijn oppervlakkige vraaggesprek. Als een soort opmaat naar het mega-interview met Joop Hiele, dat er overigens nooit van kwam.
De Deense spits was in de zomer van 1986 aangetrokken als de twintigste opvolger van Ove K. En omdat ook toen al Stevie Wonder bij Feyenoord de functie van Hoofd Scouting bekleedde, kon het gebeuren dat een jonge diepgaande middenvelder - die slechts een half jaartje op het hoogste niveau had gespeeld- het shirt met het ‘gedoemde’ nummer 9 om zijn schouders kreeg. Enkele maanden ervoor was het nog door zijn landgenoot John Eriksen gedragen en die had er toch mooi in één seizoen 21 goals ingelegd.
Het shirt was te zwaar, of de schouders van Elstrup waren te broos om de loodzware erfenis mee te zeulen. De gevoelige Deen aardde niet, scoorde letterlijk maar een handjevol doelpunten en kreeg het (in Rotterdam vaker op het voorhoofd van een spits geplaatste) stempeltje ‘Niet OK’. Ondanks een redelijk tweede seizoen als middenvelder mocht de goeierd uitzien naar een andere club. Zoals wel vaker bij ex-Feyenoord spelers, ontpopte hij zich tot international en werd in 1992 zelfs Europees kampioen. Kort daarop stopte hij plotseling met voetballen en wierp zich in een sekte. (Een dispuut over de bezoekregeling van zijn hond voorkwam dat hij daar nu nog steeds zit). Daarna ging het helemaal mis en deed hij zelfs een zelfmoordpoging. De laatste keer dat Elstrup het nieuws haalde, was dat omdat hij in de drukste winkelstraat van Kopenhagen zijn piemel liet zien aan voorbijgangers. Voer voor psychologen: Ik wacht dan ook met smart op de correlatie tussen Kuipvrees en Exhibitionisme!

1 september 2008

Kansloze Missie


Een statistisch weetje uit Feyenoord Magazine: van de 54 openingswedstrijden die Feyenoord in het betaalde voetbal speelde werden er 38 gewonnen en 8 verloren. Bij een winstpartij eindigde de club uiteindelijk tussen plaats 2 en 3 en bij verlies lag de eindklassering op gemiddeld 5,4. Het mooie is nog dat de club uit Zuid daarmee keurig op schema ligt: Verbeek zette enkele weken geleden nog in op een plaats bij de eerste negen.
Dat belooft nog wat dit jaar: denk maar even aan de vorige kansloze seizoensopener twee jaar geleden in Groningen en het dito seizoen dat daarop volgde. Op eenzelfde manier als toen in de Euroborg werd Feyenoord zondag snoeihard weggeblazen. Inclusief dezelfde lamlendigheid van spelers als Greene (binnen drie kwartier kriegel gespeeld) en Timmer (weer eens gesponsord door de firma Bisonkit). En bovenal de meest waardeloze actie van De Guzman die cruciaal bleek voor het verloop van de wedstrijd en negatief zal doorwerken in de volgende vier wedstrijden.
En niet alleen binnen de lijnen, maar ook daarbuiten is het weer ouderwets bal. Op de laatste dag van de transfermarkt, waar eenieder smachtend uitkijkt naar wat Peter Bosz en zijn mannen nog als ultieme surprise uit de hoge hoed toveren, komt het talent niet en worden we getrakteerd op een bijna veertiger die er na dit seizoen wellicht een punt achter zet. En passant zien we nog even een jeugdinternational verkassen naar de concurrent en blijft het verder doodstil. Wat mij betreft had die huurling van Mario best bij ons in de spits mogen lopen. En hoezo, er zijn geen bruikbare spelers te vinden? Er schijnt een hele kleedkamer vol te zitten met ‘materiaal voor de breedte’, huur die gasten allemaal, wat mij het schelen!
Helaas niet voor de eerste keer in de honderdjarige historie van de club stellen we vast dat het technische beleid gestoeld is op een grote mate van onnozelheid. De consequente stroom van blinde paniekaankopen is niet anders te verklaren. Vorig jaar leek men het licht te hebben gezien, maar toen was er weer die pech dat de trainer al na een half jaar met zijn gedachten bij zijn volgende werkgever was, met desastreuze resultaten tot gevolg.
Maargoed, daar zullen ze bij Feyenoord nu even niet mee bezig zijn: voorlopig worden er koortsachtig overuren gemakt om alle plaatsen te vullen voor een evenement dat een recordpoging doet voor de meest potsierlijke show van de eeuw.

28 augustus 2008

De Tweede Verbeek

Het eerste televisiebeeld dat ik dit Feyenoordseizoen zie is een trekshot van links naar rechts. Ik tel dertien mannen die twee zaken gemeen hebben: het zijn van selectiespeler en het hebben van een mankement. Ik vermoed dat Gerard Meijer zich de start van zijn vijftigste dienstjaar wat rustiger had voorgesteld. Toeval? Welnee! Check het artikel over de nieuwe trainer die vergeleken wordt met Rambo. Is Gertjan Verbeek als coach net zo’n sloper als hij destijds als voetballer was? Die ervoor zorgt dat er binnen de enkele weken meer dan tien slechtoffers vallen? Denk het niet, ik kan me althans niet herinneren dat er in zijn Heerenveen-tijd melding werd gemaakt over de hardheid van zijn hand. Of dat iedere speler daar hinkend rondliep. Nee, het feit dat de spartaanse (nee, geen woordgrap) werkwijze van de nieuwe trainer het nieuws haalt komt door zeurende spelers. Waarom ze zeuren? Ik kan maar één reden bedenken: de belabberde trainingsintensiviteit van zijn voorganger Van Marwijk. Dat wreekt zich nu in de vorm van overbelasting en blessures. Ben benieuwd hoe Rinus (voornaam IJzeren), De Tank (voornaam Theo) en Wolf (De Boze, ja) dit zouden ‘handlen’, die hadden waarschijnlijk gegniffeld om de aanpak van de nieuwe trainer.

Verbeek. Voor de bijgelovigen die ervan overtuigd zijn dat er een vloek rust als je als trainer van Feyenoord zo heet: veel sterkte toegewenst de komende weken! De illustere naamgenoot van Gertjan, Pim, kwam, zag en verzoop vrij snel in De Kuip. Dat was tijdens de jaargang 1989-90, in een tijd dat het toeschouwersgemiddelde viermaal lager lag dan nu. Zij die er wél waren leken bovendien meer interesse leken te hebben in een kwaliteitstest van het hek dan de (wan)prestaties op het veld. Na vijftien wedstrijden - derde van onderen en een doelsaldo van 19 voor en 28 tegen- werd ‘Verbeek I’ gedegradeerd (tot assistent-trainer van Gunder ‘Forechecking’ Bengtsson) voordat de club het zelf overkwam.

Zo bar en boos als in dat seizoen gaat het de komende weken niet lopen. Ook niet nu de belangrijkste spelers nog in de lappenmand zitten of te elfder ure verkocht worden aan een Engelse middenmoter met een zak geld. En ook niet omdat Feyenoord dat geld maandag aanstaande volgens traditie aanwendt voor een last-minute aankoop. De afgelopen jaren leidde die paniek tot een charismatischloze spits, een kaartenverzamelende goedzak en een laagvlieger met heimwee!