24 november 2008

Wie heeft er in de Kuip gescoord?

Bij het vallen van de bladeren en het donkerder worden der dagen bestaat er een levensgrote kans om opeens in een sentimentele mood te belanden. Bij iedereen. Muzikanten graven naar hun roots en leggen de blues vast, bejaarden mijmeren zich te midden van hun begonia’s bijkans suf en televisiemakers monteren in allerijl het televisiejaar aan elkaar. Een voetballiefhebber gaat zich zowaar diepzinnige levensvragen stellen. Op zoek naar de oorsprong van zijn onvoorwaardelijke liefde voor zijn club. En dat leidt dan weer tot zeer existentiële vragen van het kaliber ‘wanneer zag ik eigenlijk voor een eerst een wedstrijd van mijn cluppie op televisie?’
Toen ik zondagochtend naar het stadion wandelde en mij deze vraag te binnen schoot, realiseerde ik me dat die wedstrijd er toevallig ook een tegen Den Haag was. Nu is er vrij weinig mis met mijn geheugen dus ik kon al vrij snel optekenen ‘We schrijven één november 1980…’.

Het was op de verjaardag van mijn oom in Maarssenbroek. De zaterdagavond kabbelde voort en om een uurtje of tien sneakte ik naar boven om vanaf het tweepersoonsbed Studio Sport te kijken. Feyenoord speelde een avondwedstrijd tegen FC Den Haag. Dione de Graaf heette toen nog Marga van Arnhem en Mart Smeets had in die dagen alleen letterlijk een baard. Feyenoord won overtuigend met 4-1. Het waren niet de goals van Ivan Nielsen, Jan Peters en Karel Bouwens die zijn blijven hangen. Nee, het was die ene actie van de speler van FC Den Haag. Hij deed iets dat ik nog nooit had gezien.
Mijn visuele kennismaking met het fenomeen ‘eigen doelpunt’. In een mix van euforie, bewondering, medelijden en de slappe lach zag ik hoe hij een fantastische duik maakte – zoals slechts Bep Bakhuijs en Ruud Geels dat leken te kunnen- en de bal onhoudbaar hard achter zijn eigen keeper kopte.

Zittend in een ijskoude Kuip vroeg ik me zondagmiddag af of de speler in kwestie nog weleens terug zou denken aan zijn weergaloze goal. Zeker omdat nu hij zich (ook) bevond op de plaats waar het allemaal geschiedde, in het stadion waarin hij achtentwintig jaar geleden voor het laatst in zijn profloopbaan tegen Feyenoord speelde.
Zou hij, toen de eerste sneeuwvlokken op zijn bril waaiden, terugdenken aan de kolderieke scene waarin hij zijn keeper Dido Havenaar volledig kansloos liet? En kort daarop werd uitgelachen door, of all people, Richard Budding? En alsof dat nog niet erg genoeg was, liep René Notten langs zijn rechteroor om daar heel hard ‘Soo, fijne goal man!’ in te schreeuwen, terwijl op de achtergrond de tienduizenden toeschouwers joelden. En dat op weg naar de kleedkamers zijn aanvoerder Aadsje Mansveld nog een arm om zijn schouders sloeg en relativerende woorden tegen hem sprak?

Ik ben benieuwd of het zo gegaan is en hoor graag nog een keer de versie van de hoofdpersoon zelf, ofwel de maker van één van de mooiste eigen goals ooit, André Wetzel.

14 november 2008

HoutHakkersClub - Oranje shirtjes uit - altijd lastig?

Het had er alle schijn van dat de amateurvoetbalclub uit Hardenberg de naam van een chique hockeyvereniging had, maar uiteindelijk bleek het te gaan om een hele gewone HoutHakkersClub. Een avondje voor de televisie en het volgende valt op:

1) Waar zijn bijnaamnaamgenoot zijn seizoenskaart doormidden zaagt, doet de aanvoerder van HCC Hardenberg na twintig seconden hetzelfde met onze Luigi Bruins. Bij het eerste balcontact van de middenvelder zet Gerard Kocks de noppen van zijn gestrekte been vol op zijn linkerknie. Gevolg: een waarschijnlijk nog vollere ziekenboeg in Rotterdam-Zuid, een debuterende invaller en een televisiecommentator die de aanvoerder van de thuisploeg tot na de wedstrijd verbaal blijft achtervolgen. Kort gezegd is Leo Driessen het niet eens met de beslissing van de scheidsrechter om de dader te laten staan in plaats van hem met een rode kaart te bestraffen voor deze smerige overtreding (én de twee die volgen). Dat Leo hierin gelijk heeft doet nu even niet ter zake, maar dat hij 100 minuten vanuit zijn onderbuik praat doet wel degelijk afbreuk aan zijn integriteit als commentator. Het maakt het bilateraaltje tussen beide heren na afloop van het duel overigens tot zeer vermakelijke, want spannende televisie: Driessen eist excuses van de slager Kocks, die oogt als een gewetenloze TBS’er die volhardt in zijn onschuld.
2) De voor-, tussen- en nabeschouwing van Humberto Tan en John de Wolf. Amsterdamse arrogantie versus Schiedamse nuchterheid. Je kan ook zeggen: de plaats waar verbale onkunde elkaar tegenkomt. Waar Tan denkt het zonder autocue af te kunnen en het vooraf heeft over de duel, stapelt John het ene voetbaltrainerwoord op het andere, schuwt hij de clichés niet en blijkt hij moeite te hebben met tellen. Een x-aantal verdedigers, een x-aantal kansen en een x-aantal bussen: als televisiekijker was het maar moeilijk bij te houden.
3) Gertjan Verbeek is een mooie gek. Zijn hoogtepunt zat in zijn terugblik waarin hij de blessure van Bruins op onnavolgbare wijze beschreef. Trouwens trainer, als u dit leest, bent u voortaan wat voorzichtiger met een nieuw scheermesje!
4) Van de nood een deugd, van de jeugd hebben en dus ook de toekomst. Inderdaad, we hebben goud in handen! De ouderwetse kweekvijver waar ze bij Sparta en ajax altijd de mond van vol hebben gehad, staat nu bij Feyenoord op het veld. Vier A-junioren van achttien jaren jong denderden in de tweede helft door om de stand op het Emmense scorebord een dragelijk aanzien te geven. Dit overigens na de prachtige dertig-plus combinatie De Cler-Makaay die de 1-2 betekende.
5) De persoonlijke noot: Beste Louis Pedro, wat heb je een mooie naam en wat waren je twee doelpunten mooi! Toch raar te bedenken dat je die helemaal niet gemaakt had als die rare man van de tegenpartij er niet was geweest. Want dan had je die invalbeurt pas na zeventig minuten gemaakt als de wedstrijd allang gespeeld was. Het kan verkeren. Yo Luigi, word maar snel weer beter, ik vond je loting geweldig! Heerenveen thuis, ik zeg 3-1. Na verlenging, ook goed!

10 november 2008

Slechte Handelswaar


Kijk naar NAC Breda en je ziet een team dat voor een ruim een derde deel bestaat uit spelers die een paar jaar geleden – gehuld in een Feyenoordshirt – stuk voor stuk terecht door de meeste fans verfoeid werden omdat ze geen pepernoot raakten. Edwin de Graaf, Anthony Lurling, Ellery Cairo, Joonas Kolkka overtuigden ook de technische leiding niet en kwamen – al dan niet via een omweg – terecht bij een provincieclub die momenteel bovenaan staat.

Het waren de jaren dat je als Feyenoordsupporter meer dan eens uit zat te kijken naar een kwalitatieve aankoop. Anders gezegd: (Nederlandse) internationals in plaats van een kwartetje nono’s die uiteindelijk zonder winst of met verlies de Kuip uitwandelden. Je hoopte op wereldspits Makaay, maar je kreeg de reeds gestopte Bombarda. We smachtten naar de bij AZ excellerende spelers Landzaat en De Cler, maar werden opgescheept met Magrão van Cruzeiro of Östlund van Hammarby IF. In de zomer dat PSV Hofland afdankte, werd er gekozen voor ene Saïdi uit voetbalgrootmacht Tunesië. Of Van Bronckhorst terug in het mooie rood-witte shirt? Zou mooi zijn in plaats van de grillige Hossam Ghaly.
Bovenstaande wensen werden vorige jaar binnen uitzonderlijk korte tijd op surrealistische wijze ingewilligd. Na (weer) een verloren jaar konden we niet alleen onze ogen niet geloven vanwege al dat moois, ook waren we lichtelijk verbaasd over het vernuft dat achter de transfers schuilging. Na de periode Gullit waren we namelijk meer gewend geraakt aan kwantiteit in plaats van kwaliteit.
De kampioensaspiraties waren met dit spelersmateriaal dan ook op zijn plaats en de resultaten navenant tot aan de laatste nieuwjaarsreceptie. Wat er in die tien maanden erna gebeurd is, is mij nog steeds een raadsel, maar ik vermoed dat Van Marwijk meteen na de winterstop gestopt is met trainen. Overigens niet geheel ontoevallig tegelijk met het moment dat zijn volgende werkgever bekend werd.

Inmiddels zijn we bij anderhalf jaar na aankoopdatum van het eerdergenoemde moois en stellen we wekelijks vast dat de vis duur betaald is. In de spaarzame succesvolle wedstrijden die Feyenoord dit kalenderjaar speelde waren het de jeugdspelers Biseswar, Fer en Wijnaldum die hoofdrollen voor zichzelf opeisten. Makaay is na een langdurige blessure nooit meer de oude geworden en scoort te weinig, Van Bronckhorst speelt goed maar ontbeert leiderschap, terwijl Hofland een toontje lager zou mogen zingen, De Cler maakt fouten die hij vroeger nooit maakte en de toegevoegde waarde van Landzaat is vooralsnog zo goed als nihil. Een pijnlijke constatering: na de nono’s lopen straks ook de ex-internationals zonder enige restwaarde De Kuip uit en mag (nog pijnlijker) de Boszkabouter opnieuw gaan bouwen.