8 december 2009

Het herfstrapport van Feyenoord


Nog één wedstrijd en we zijn halverwege de competitie. Het seizoen dat volgt op een karig gekleurde bladzijde uit het (volgende) lustrumboek van Feyenoord. Dat blaadje zal worden gevuld door een trainer die zijn team niet op de rails kreeg, de (ex-, huidige en gedoodverfde) internationals die niet thuis gaven of geblesseerd waren en het seizoen waarin grote spelers als Fer en Wijnaldum doorbraken.
Wat schrijft men over tien jaar over het huidige seizoen? Terugkeer van de verloren zoon ligt voor de hand, maar ik hoop heimelijk dat er De kiem voor de grote successen staat. Zover is het helaas nog niet. In die zin dat er weliswaar qua resultaat vooruitgang is geboekt, maar het spel ondermaats is. Over zaken die beter moeten, ofwel vijf punten waar Feyenoord op korte termijn moet (en makkelijk kan) verbeteren:
1. Scoren(d) vermogen. In de laatste thuiswedstrijd tegen Groningen werd pijnlijk duidelijk wat er in de wedstrijden ervoor ontbrak: het creëren van kansen en het maken van doelpunten . Toen Roy Makaay erin kwam, werd de hele voorhoede beter. Anders gezegd: Tomasson en Makaay zijn afzonderlijk aardig, samen zijn ze dodelijk. 
2. Veldbezetting. Wijnaldum is geen rechtsbuiten, maar komt als nummer tien het best tot zijn recht. Leerdam is geen rechtsback, beter loopt hij de gaatjes dicht op het middenveld. Tomasson is geen eenzame spits, maar rendeert het best naast een sterke spits die ruimte voor hem maakt (zie Pierre van Hooijdonk). Cissé is evenmin een centrumspits, zijn snelheid moet benut worden. Bisewar is geen wisselspeler, die gast moet je een wedstrijd of vier vertrouwen geven en vervolgens speelt hij als vorig seizoen: de pannen van het dak. 
3. Mentaliteit. Kijkend naar dit Feyenoord krijg ik heimwee naar John de Wolf, Paul Bosvelt en Dirk Kuijt. Spelers die, als het even niet ging, de spreekwoordelijke mouwen opstroopten en het team tot grotere hoogten bracht. Een rol die Landzaat zou kunnen vervullen. Als hij wat feller speelt en zijn mond open doet, wordt hij functioneler en zou hij zomaar een publieksspeler kunnen worden. 
4.  Slimheid, ofwel het niet verliezen van je hoofd. Een achterlijk aantal van vijf rode kaarten kostte Feyenoord dit seizoen meer dan eens de kop. Dieptepunt is wat dat betreft Babovic, die eerst zijn ploeg benadeelde tegen Ajax en een maand later wat weinig doordacht die zijn shirt uittrok ter viering van zijn eerste competitiedoelpunt. Nog treuriger was het tegen Sparta, waar een zekere zege werd verspeeld na twee imbeciele overtredingen. 
5. Vorm. Er lopen er tussen die wekelijks een onherkenbaar slechte performance geven. Bruins toont zich qua Kuipvrees een waardig opvolger van René Hofman, Tomek Iwan en Anthony Lurling. Wijnaldum speelde tegen ADO zo slecht dat zelfs (de doorgaans zeer onpartijdige verslaggever) Ron de Rijk er wat van zei, Cissé gaf tegen Groningen drie voorzetten richting tweede ring en miste even zoveel opgelegde kansen en de peperdure El Ahmadi blijkt een trage verbindingsspeler die in anderhalf seizoen niets toevoegt.
Wat er wel goed gaat? Tot volgende week!

Geen opmerkingen: