16 december 2009

Echte mannen huilen niet

Voetbal is een mannensport en mannen huilen niet. Als je de laatste penalty uit de reeks mist en je team verliest de finale, ja, dan mag het. Maar midden in de wedstrijd staat het wel een beetje raar. Wat moet een jongetje van amper acht denken? Kreeg die ochtend bij de E’tjes een schop, er biggelde een traantje over zijn wang en de begeleider had met de fluisterende woorden ‘Kom op, je bent een bikkel en die huilen niet’ een arm om hem heen geslagen. Manmoedig had het jongetje zijn traan doorgeslikt en met een opgezette keel en enkel de wedstrijd hervat. Ja, wat gaat er om in het bolletje van dat ventje die ’s avonds naast zijn vader in het Abe Lenstra-stadion zit. Hij denkt: ‘Verrek, dit is nu al de tweede keer dat ik een speler van Feyenoord zie huilen’. Op een mooie voorjaarsdag had hij het - het hetzelfde stadion van Heerenveen- ook zien gebeuren. De thuisclub stond met 4-1 voor en kreeg nog een vrije trap.

In de muurtje met Feyenoordspelers stond een grote meneer onbedaarlijk hard te grienen. De 550 competitiewedstrijden die hij had gespeeld flitsten door zijn hoofd. En terwijl hij daaraan dacht had hij spijt dat hij op deze plek zijn mooie carrière onwaardig stond af te sluiten. Hij keek naar de bal, die dadelijk niet dankzij hem, maar door de geflipte Braziliaan van de tegenpartij, in het kruis ging vliegen. En inderdaad, luttele seconden later zou Alfonso Alves zijn vierde goal van de middag onbedaarlijk hard binnenknallen. Arme Pierre van Hooijdonk.

Afgelopen zaterdagavond gingen bij Kevin Hofland alle sluizen open. Nadat hij had gescoord rende hij met natte ogen richting Bas van Noortwijk, de teambegeleider die hij de afgelopen weken wellicht meerdere malen in vertrouwen nam. De tranen van Kevin waren de ontlading van een emotionele week, waarin zijn zieke zoontje centraal stond. Tel daarbij de belabberde situatie bij zijn werkgever op en dan wil het wel. Arme (hoewel?) Kevin Hofland.

Toch: het went niet, tranen van stoere Feyenoorders. Zeker nu het team inmiddels als trendzettend mag worden bestempeld als het gaat om het tonen van (vloeibare) emoties. En wat moet dat Friese jongetje wel niet denken (‘Wat een mietjes daar in Rotterdam’)?

En Theo de Tank, hij draait zich nog maar eens om in zijn graf.

Geen opmerkingen: