15 april 2009

Beste Willem,

Dat is moedig van je, om je in het hol van de leeuw te begeven. Bij het lezen van je oprechte verhaal moet ik het ook maar opbiechten: ik ook wel eens gezondigd. Niet één, maar zelfs drie keer: in elk stadion waarin jouw cluppie speelt of speelde. Waarom ik het niet bij een bezoekje heb gelaten? Ik ontdekte iets, overigens tot mijn niet geringe trots: mijn aanwezigheid achter een Amsterdams doel heeft zonder uitzondering een negatief resultaat voor de thuisclub tot gevolg. Als ik er ben, verliezen ze!

Zo zag ik ooit op een druilerige vrijdagavond in het Olympisch Stadion Prince Polley de enige treffer van de wedstrijd scoren voor FC Twente. Feyenoord werd dat seizoen kampioen. Een jaar later stond ik met een ongezien gebald vuistje achter het doel in De Meer nadat ik zag hoe Cees Lok NEC naar de finale van de beker schoot. Die door Feyenoord werd gewonnen. En een paar maanden geleden was ik er getuige van hoe Heerenveen terecht drie punten pakte in de snelkookpan. Het mocht ditmaal niet baten voor ons, maar als Feyenoordsupporter in de vreemde doe je toch wat in je macht ligt en in mijn geval is dat met succes missionariswerk uitvoeren.

Je hebt gelijk Willem. Die Arena: het heeft meer weg van een bioscoop dan een echt voetbalstadion. Misschien is het wel daarom dat niemand meer verbaasd opkijkt naar de literbakken popcorn die door andere toeschouwers naar hun pluche stoeltjes worden gedragen. Bij het zien van de witgeel betegelde muur in de catacomben dacht ik terug aan die supporter die ik in een documentaire op televisie had gezien. ‘Hoe de ontwerper van dit stadion dit bedacht heeft, we zijn GVD geen Fortuna Sittard!’ had hij briesend uitgeroepen.
Verder was het een openbaring dat achter alle blaterige verhalen, die ik meer dan mij lief is over je clubje hoor, ook gewoon fans schuilen die zich oprecht opwinden en vooral nederig ergeren aan hun club. Mooi zo, zoals het hoort, maar met één opmerkelijk verschil met het Rotterdamse theater: ik heb de hele avond geen autochtoon accent gehoord. Toen ik Gabri met een zachte G uitgescholden hoorde worden door een dikke man die drie rijen onder mij zat, kon ik een lach nog onderdrukken, maar bij het horen van de namen ‘Steekolnburreg’ en ‘Vermaaln’, uitgesproken door een in klederdracht gestoken vrouw links van mij, hield ik het niet langer en proestte ik het uit.
Maargoed, daar gaat het natuurlijk helemaal niet om, Willem. Je hebt zondag tenslotte met eigen ogen kunnen zien dat Esther ook uit Dokkum komt. Het belangrijkste is dat jij als vreemdeling meer dan ik genoten hebt van de ‘atmosfeer’ in het vijandelijke stadion. Kun je nagaan als Het Legioen zich wel roert en dat willen ze tegen jouw cluppie trouwens nog weleens doen. Ik zou zeggen: stap volgend jaar eens in die bus om ze aan te moedigen in De Kuip. Misschien helpt het wel!

(Bij de foto's: De Kuip, De ArenA en schrijver dezes in laatstgenoemd stadion voor aanvang van Ajax-FC Utrecht in 2003 (uitslag 1-1, hoe kan het ook anders), in het kader van het tv-programma Komt dat Schot)

Geen opmerkingen: